Selecteer een pagina

Ik zit in het vliegtuig te kauwen op een nogal sponsachtige, opgewarmde quiche met mozzarella en tomaat. Het smaakt totaal niet, maar vult de maag. En daar is gelijk alles mee gezegd. Het taaie wittebroodje met margarine moet de maaltijd compleet maken. Ik klaag niet; er zijn ergere dingen in het leven.

Ik ben namelijk allang blij dat mijn aanhoudende kop vol snot mij geen parten heeft gespeeld bij taxi – take off – en straks bij landing. Een verstopte neus kan de meest irritante, pijnlijke druk op je hoofd geven tijdens een vliegreis, maar dat blijft me gelukkig bespaard.

Rij 35 stoel A bij het raam is de komende 12 uur mijn domein. Naast mij zitten de Zweedse Catherina en haar echtgenoot, een stel van rond de zestig. Nadat ik mijn Zweedse vocabulaire aan ze heb medegedeeld (hoe gaat het, ik hou van je en hou je kop) waar ze schijnbaar erg van onder de indruk zijn, meld ik gelijk maar dat ik hun en iedereen hoogstwaarschijnlijk, gedurende ons twaalfuurdurende buren bestaan, wakker zal houden met mijn hoestsalvo’s, waarbij ik als de wiederweerga over hen heen zal moeten kruipen, springen, duwen en dringen om maar zo snel mogelijk bij de lavatory te komen, want hoestbuien en sluitspieren werken rond je veertigste niet meer goed samen. De afgelopen week heb ik regelmatig midden op straat met gekruiste benen staan hoesten om maar vooral niet in mijn broek te plassen.
En tot zover de details.

‘Wil du ho een dropje? Lakritz’, vraag ik haar. Het volgende kwartier wisselen Catherina en ik onze levensloop uit. Waar heb ik die Zweedse woorden geleerd (Amerika); hoe lang en waar zij in Peru naartoe gaan (Lima, twee weken); en natuurlijk dat ik een paar maanden vrijwilligerswerk ga doen en huis en haard verkocht heb voor deze nieuwe lifestyle.
Nu staan Zweedse mensen niet bepaald vooraan als het gaat om openhartigheid en gevoelens uiten maar Catherina omhelst me liefdevol alsof ze mijn nieuwe schoonmoeder is. De laatste keer dat ik het controleerde waren die Zweeden toch zo afstandelijk en gesloten? Ik heb een mega vriendin voor de komende uren, wat altijd handig is, mocht ik een kopje suiker willen lenen.

De afgelopen dagen voorafgaand aan de trip zijn niet te versmaden leuk, druk en bovenal emotioneel geweest. Mijn afscheidsfeestje in hotel Arena in Amsterdam is bijzonder gezellig geweest, behalve dan dat mijn kop vol snot mij deed tollen op mijn benen. Ook vanwege alle cadeautjes: zo’n 40 pakjes kleurpotloden, boekjes, de inhoud van een grabbelton, een tas vol baby kleding en de nodige dollars en cadeau euro’s, die ik straks allemaal weer uit ga delen. . Ik ben nog nooit zo verwend geweest.

Bij dubbelchecken en een paar belletjes met de KLM krijg ik gisteren toch een teleurstelling op m’n bord, als blijkt dat ik geen 2 x 23 kg maar slecht 1 x 20 kg aan bagage mee naar Peru mag nemen. Of.. jawel, de overtollige bagage mag à 30 euro per kg  mee, als ik erop sta.

Ga toch weg stomme KLM! Maar nee, de KLM is al zo vaak in de maling genomen door pseudo vrijwilligers, dat hun policy is om geen gratis extra bagage meer meezeulen in hun vliegmachine. Ook goed, we zijn inventief genoeg om een plan B te produceren natuurlijk.

Plan B betekent dat ik mijn eigen kleding minimaliseer tot 2 broeken, 1 lange jurk, 1 zomerjurkje, ondergoed, sokken, slippers, en drie lagen kleding aantrek. Ik keer mijn toilettas om en alles wat flacon, luxe of groter dan mijn middelvinger is wordt eruit gekieperd. Shampoo voor de haros verkopen ze vast ook wel in Peru en de 3 tubes tandpasta wordt vervangen door een proefmonstertje van de tandarts. De deo spay wordt ingeruild voor de o zo economische roller en de doucehgel door een ouderwets stukje zeep. Blijft over (tromgeroffel want ik ben er trots op dat ik het voor elkaar gekregen heb) 12 kg aan nieuw bestaan. Hoe ik het doe mag je aan Katrien vragen, want voor een weekendje Parijs neem ik al meer mee dan dit. En dit, is zes maanden.

Ook de cadeaukoffer moet er aan geloven en alles wat boekjes is, op 2 na, gaat er uit, alles wat grabbelton is, op 20 cadeautjes na, gaat er uit en zo halveer ik mijn grote verassing, met de klemmende mededeling om het please maandag direct naar me toe te sturen per post. Blijft over 20 kg aan cadeaus in m’n koffer en 12 kg voor mezelf in de rugzak. Ik overstijg nog steeds de max. van 20 kg en ik ga zeker geen 300 euro betalen voor een stukje zeep. No way!

Vriendin N. die stewardess is geweest bekijkt mijn rugzak en adviseert om ‘m gewoon als handbagage mee te  nemen. Ik staar haar nogal wazig aan, dan kan toch niet? Ze heeft in haar werk wel ergere dingen meegemaakt en nadat ik een tweede bevestiging krijg, ben ik om.  Mijn nieuwe bestaan is gedegradeerd tot handbagage. En warempel, ik krijg het er nog door ook.

In een anoniem hotelbed op Schiphol volgt nog een hele rits aan laatste telefoontjes met familie en vriendinnen waarbij de tranen rijkelijk vloeien. Zelfs m’n moeder krijgt het te kwaad als ze voor het eerst in haar leven zegt dat ze van mij houdt, waarna ze in snikken uitbarst. Dat moet je dan nog maar eens 100 keer tegen me zeggen moeder, dan went het vanzelf. Maar ps, ik ook van jou hoor, natuurlijk.

De vlucht van bijna 12 uur, mijn hoestbuien en het bijbehorend toiletbezoek, het valt allemaal reuze mee. Tijdens het verlaten van het vliegtuig op de luchthaven van Lima, begroet een subtropische warme wind me. Adios Ollanda, Bienvenido Peru, ik heb de oversteek gehaald.